Een passiespel in 38 stations.
‘De eerste druk was al snel uitverkocht. Tja, wat wil je, die bestond ook uit één exemplaar’: aldus Venedikt Jerofejev (1938-1990) over zijn meesterwerk én de ultieme drankroman Moskou op sterk water. De Drinker Venedikt (Jerofejev) stapt met een koffertje vol met alcohol de lokale trein van Moskou naar Petoesjki in. Van station naar station en van fles tot fles wordt de reis absurder en blijkt zijn doel Petoesjki – de plaats waar vogels nooit zwijgen, dag nog nacht, waar winter nog zomer de jasmijn ooit uitgebloeid raakt – onbereikbaarder.
De roman vormde het uitgangspunt voor de allereerste werkplaatspresentatie van Kameroperahuis: Moskou - Petoesjki; een modern passiespel over het drama van de mens, die het paradijs op aarde zocht en de dood vindt.
Het verhaal gaat over (en wordt verteld door) de werkloze, aan alcohol verslingerde Moskoviet Venedikt die nog nooit in zijn leven het Kremlin te zien heeft gekregen. Ondanks verwoede pogingen om daar te komen, komt hij vanwege zijn continue dronkenschap echter steeds uit bij het Koerskstation, waar hij de trein neemt richting Petoesjki, een voorstad van Moskou. Dronken en wel gaat hij onderweg: van Moskou naar Petoesjki. Op dit traject valt hij van het een in het ander: de alcoholfolklore van drankrecepten, proostrituelen, gesprekken met een conducteur die treinkaartjes met alcohol laat vergoeden en ontmoetingen met eveneens bezopen medereizigers. In zijn eigen verslag van deze gebeurtenissen wordt een satirisch en tegelijkertijd surrealistisch vuurwerk ontstoken. Toch, juist dankzij de roes van de drank, krijgt hij een scherp oog voor de menselijke verhoudingen om hem heen en weet hij zijn onvrede en frustratie over de samenleving haarfijn te verwoorden; zijn maatschappelijk en politiek isolement wordt zichtbaar.
Gaandeweg het traject raakt zowel Venedikt als de lezer/toeschouwer zijn oriëntatie kwijt. Op het laatst is hij niet eens meer zeker van de richting die hij op gaat. Is hij nu onderweg naar Petoesjki, of misschien terug richting Moskou? Hoe dan ook, Venedikt droomt van Petoesjki. Hier zou zijn geliefde op hem wachten, hier zou zijn zoon op hem wachten. Hier zal hij het goede vinden. Petoesjki is zijn paradijs geworden, en dat blijkt onbereikbaar, een utopie. Telkens voert hij gesprekken met engelen die hem op het spoor van de alcohol brengen en hem eraan herinneren dat hij een cadeau voor zijn zoon moet meebrengen. Uiteindelijk stapt hij in Petoesjki (of toch in Moskou?) uit en volgt de engelen. Dan wordt hij door een groep mannen achtervolgd en in een trappenhuis in elkaar geslagen. Hij verliest zijn bewustzijn volledig en heeft dit, zoals hij in zijn laatste zin zegt, daarna niet meer terugverlangd.